Beschrijving
Paul Dukas was een componist die het kamermuziekwerk ‘L’Apprenti sorcier’ (de tovenaarsleerling) schreef en hij werd hiervoor geïnspireerd door een gedicht van Goethe. Het inmiddels beroemde verhaal verteld over een machtige tovenaar die zijn knechtje vervelende klusjes laat doen, laat schrobben en water halen. Als het ondeugende knechtje alleen is zet hij de toverhoed op en begint te bladeren in het grote toverboek waar hij dan de spreuk ‘het omtoveren van gebruiksvoorwerpen’ vindt. Dat gaat hij natuurlijk proberen op de bezem! De bezem rilt en trilt, krijgt voeten en armen én komt tot leven. Dan geeft het knechtje de bezem de opdracht om emmers water te halen terwijl hijzelf in het grote toverboek blijft bladeren. Gehoorzaam als de bezem is blijft hij emmers water halen totdat de vloer al helemaal blank staat. ‘Stop, stop’ roept het knechtje, maar de bezem luistert niet en blijft maar emmers water halen. Het water stijgt steeds hoger en het radeloze knechtje probeert de bezem tegen te houden door hem in stukken te hakken. Maar dan gebeurd er iets merkwaardigs, alle brokstukken groeien uit tot nieuwe bezems. Al deze bezems halen zoveel water dat het knechtje dreigt te verdrinken. Maar dan verschijnt de Tovenaar en met een machtige handbeweging laat hij de bezems stoppen en het water zakken. Het knechtje kijkt hij alleen aan met zijn felle tovenaarsogen en deze kan de rest van de dag dweilen om alles weer droog te maken.